Skip to main content
Dit artikel is verschenen in Het Parool op 21 maart 2022.

Vol groene voornemens

“Voor één afspraak stap ik niet meer in de auto”

Auteur: Vera Spaans

Corona was de kans om alles eens anders te doen. Tijdens de eerste lockdown werkten we massaal thuis, we keken naar de streeploze lucht en zeiden tegen elkaar: zoals vroeger gaat het niet meer worden. We zouden minder gaan vliegen en echt niet meer elke dag naar kantoor gaan. En nu, ruim twee jaar later, worden de laatste coronabeperkingen losgelaten. Is er iets van onze heilige voornemens terechtgekomen? Of zijn we allemaal veel te blij dat we ons oude leven weer een beetje kunnen oppakken?

“We hadden al voor corona onze ambitie uitgesproken om minder te gaan reizen,” zegt Renate de Lange, bestuurder van het internationale accountants- en adviesbedrijf PwC. “De grootste veroorzaker van onze ecologische voetafdruk is mobiliteit – ongeveer negentig procent van de CO2-uitstoot komt daarvandaan, in ongeveer gelijke mate door vliegen en autorijden. Tijdens de coronacrisis dachten we: dit moment moeten we aangrijpen. Mensen zijn gewoontedieren, als we iets willen veranderen moet het nu. We hebben een app gelanceerd waarmee elke werknemer inzicht krijgt in zijn of haar mobiliteit. Per reis kun je direct de CO2-impact zien. We wilden niet tegen onze werknemers zeggen: je mag dit-en-dit niet meer, we wilden dat ze zelf konden bepalen wanneer het voor hen relevant was om te reizen.”

Spannende periode

Wat het effect is, zal de komende tijd moeten uitwijzen. Nu is de CO2-uitstoot van PwC 83 procent lager dan in 2019. Een waanzinnig verschil, maar het beeld is natuurlijk vertekend. “We hebben de laatste twee jaar allemaal thuisgewerkt. Dit wordt een spannende periode, nu de maatregelen zijn losgelaten. Wat houden we nu echt over? Maar ik geloof erin: minder reizen is niet alleen duurzamer, het kost ook veel minder tijd. Ik vind het zelf ook heel fijn. Laatst kreeg ik een uitnodiging voor een meerdaags internationaal congres. Pfff, drie dagen, dacht ik, daar heb ik helemaal geen tijd voor. Toen bleek dat ik het ook online kon bijwonen. Dat kwam enorm goed uit: zo kon ik eruit pikken welke programmaonderdelen ik belangrijk vond om te volgen en hield ik tijd over in mijn agenda.”

Eind 2020 bracht Nieuwsuur in kaart wat de ambities van grote bedrijven waren ná corona. ABN Amro, Adyen, Philips en ING verwachtten minder te gaan vliegen, Aegon en de Rabobank wilden hun aantal vluchten zelfs halveren. Nu, anderhalf jaar later, verwacht ook Aram Goudsmit van ING dat het aantal vliegreizen van de bank vijftig procent lager zal liggen dan voor corona. Net als PwC was dat in 2021 zelfs 95 procent. De bank geeft medewerkers de mogelijkheid zelf te kiezen welk vervoersmiddel voor welke afspraak het duurzaamst is, en wat er online kan. “We hebben de afgelopen tijd geleerd dat online vergaderen vaak een heel goed alternatief is,” zegt Goudsmit. “En bovendien past dat bij de klimaatdoelstellingen van ING.”

Live studiosessies en interactieve platforms

Amsterdam heeft het gemerkt: in 2019 kwamen er 4,7 miljoen zakelijke bezoekers naar de stad, ziet Gerarda Westerhuis, sectoreconoom bij ABN Amro. Dat viel in 2020 en 2021 zo goed als stil. CBS-cijfers van zakelijke overnachtingen in hotels laten de dreun zien: waren er in 2019 nog 21.060 zakelijke overnachtingen in de regio (5820 in Amsterdam), dat waren er in 2020 slechts 7940 (in Amsterdam 1270). In 2021 trok de markt landelijk iets aan, met 8420 zakelijke hotelovernachtingen, maar Amsterdam profiteerde, met een totaal van 1050, daar totaal niet van. “Het kan nog wel tot 2024 duren voor de stad hiervan hersteld is,” zegt Westerhuis. “De impact op het vliegverkeer, hotels, catering, congrescentra, noem maar op, was enorm. En we verwachten dat het zakelijke buitenlandse verkeer structureel minder wordt doordat elk bedrijf minder frequent bezoeken plant.”

Bij beurs- en congresorganisator RAI Amsterdam zien ze die structurele afname nog niet zo. De agenda ziet er nauwelijks anders uit dan vóór corona. “Bij een aantal congressen zien we wel dat er virtuele programmaonderdelen worden toegevoegd,” zegt Nils Vonder van de RAI. “Mensen komen fysiek, maar krijgen ook de mogelijkheid er online bij te zijn. Daar zitten hele leuke aspecten aan, met live studiosessies en interactieve platforms, zodat iedereen mee kan kijken en praten. We zien het bij internationale evenementen, waar bijvoorbeeld deelnemers uit Australië óók kunnen aanschuiven. Het bereik is veel groter.”

Met deze ontwikkeling heeft het bedrijf van Marthijn Pieters, Online Seminar, de wind in de rug. Ruim twaalf jaar geleden begon het Amsterdamse bedrijf met het faciliteren van interactieve webinars. “De eerste tien jaar was een struggle,” zegt Pieters. “We moesten echt het evangelie verkondigen. Interessant, zeiden bedrijven, maar we gaan het niet doen. De klant wil toch echt bij ons langskomen op kantoor.”

Angst voor de interruptiemicrofoon

Tijdens corona was er opeens momentum. Waar Online Seminar eerst zo’n honderd uitzendingen per maand maakte, zijn het er de laatste twee jaar tussen de vierhonderd en vijfhonderd per maand. En dat loopt niet terug. “Er zijn wel bedrijven die nu weer fysieke evenementen organiseren, maar lang niet met dezelfde intensiteit als vroeger.” Neem de Rabobank: die hield eerst twaalf keer per jaar een fysieke townhallmeeting. Nu is dat teruggebracht tot twee – de andere tien keer gaan online. “Af en toe willen ze hun mensen zien, maar twaalf keer per jaar iedereen naar één plek laten reizen is in deze tijd op zijn minst discutabel.”

Bij internationale congressen ziet hij een grote vraag naar online toepassingen. “Zeker bij medische congressen. Niet alleen uit duurzaamheidsoverwegingen, overigens. Soms is het gewoon om kosten te besparen. De regels voor farmaceuten zijn aangescherpt: ze mogen artsen niet meer zomaar fêteren met tripjes naar exotische congressen. Dus zeggen artsen: ik ga af en toe naar een goed congres, de rest volg ik online.”

Wat Pieters betreft, is een online congres of webinar geen B-keuze. “Vaak heeft dat juist enorme voordelen. De opkomst is veel hoger dan bij fysieke evenementen en je weet veel beter wat je bezoekers denken. Ga maar na: hoeveel mensen lopen er in een zaaltje met vijfhonderd man naar de interruptiemicrofoon? Als je online een goede, veilige omgeving biedt, krijg je veel meer feedback en informatie van je klanten.”

Om maar wat te noemen: zijn bedrijf organiseert ook webinars voor de Belastingdienst, die mede door de Toeslagenaffaire in zwaar weer verkeert. “De inbreng die medewerkers hebben is niet mals. Online durven ze veel opener te zijn.” Dat ziet Renate de Lange van PwC ook. “De drempel om naar de microfoon te lopen, is vaak hoog. Een hang-out van Teams nodigt uit om dingen te vertellen.”

Dit telefoongesprek, niettemin, voert ze in de auto. Onderweg naar een afspraak. “Ik vraag me nu elke keer af: moeten we elkaar fysiek zien, of kan het online? Dit wordt een lastig gesprek, deze persoon wil ik in de ogen kijken. Maar voor één afspraak stap ik niet meer in de auto.”

Netwerken

Eén ding is duidelijk: fysieke ontmoetingen zullen altijd blijven. “Dat is zo gemist de afgelopen jaren,” zegt Nils Vonder van de RAI. “De spontane ontmoetingen. Je weet niet wie je niet kent. Op een fysiek evenement bots je nog weleens tegen iemand aan, dat is op een virtueel platform niet te doen.”

“We hebben wel wat geëxperimenteerd met online netwerkoplossingen,” zegt Pieters van Online Seminar. “Maar ik was nergens echt van onder de indruk. Je wilt elkaar recht in de ogen kunnen kijken en samen een biertje kunnen drinken. Dat valt digitaal niet op te lossen.”

Dus of het nou voor een lastige afspraak is, of juist voor de kans nieuwe mensen te leren kennen, mensen zullen in de auto of in het vliegtuig blijven stappen. Nu zijn de voornemens nog heilig, over een jaar kan dat zomaar weer anders zijn. En toch, aldus Pieters: “Met webinars gaan we echt de wereld niet veranderen. Maar er is een beweging ingezet.”

Tips

Houd het kort.
Waar een fysiek evenement rustig twee of drie dagen kan duren, zit aan een online bijeenkomst een maximum van twee uur. “Soms willen klanten de hele dag vullen,” zegt Marthijn Pieters van Online Seminar. “Wij weten: de bezoekers van hun webinars gaan dan hun email tegelijkertijd wegwerken of hun huis stofzuigen. Die gaan echt niet acht uur naar een beeldscherm kijken.” Zijn advies: knip wat je te vertellen hebt als bedrijf op in kleine stukjes, maak een duidelijke agenda en bied je programma aan in meerdere korte sessies.

Houd het interactief.
Het is op zich handig als je een online programma later terug kunt kijken, maar niemand gaat dat doen als er dan geen interactie mogelijk is. Koppel je uitzending daarom aan een helpdesk, zodat bezoekers ook op zelfgekozen momenten contact kunnen hebben met het bedrijf of meteen meer informatie kunnen krijgen.